In november 2022 hebben uw Staten het Programma Mobiliteit Provincie Groningen vastgesteld. Het programma Mobiliteit stelt de kaders voor het mobiliteitsbeleid voor de komende tien tot vijftien jaar. Onderhoud en beheer aan de provinciale infrastructuur is hier een integraal onderdeel van.
Eén van de zes beleidsdoelen van het hoofdstuk bereikbaarheid van de provinciale begroting is Infrastructuur. Integraal onderdeel daarvan is de 'Programmatische aanpak infrastructuur' waarin het beheer en onderhoud van de infrastructurele kapitaalgoederen in is beschreven. Eind 2024 heeft uw Staten de Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen 2025-2028 (NIKG) vastgesteld. Hierin staat beschreven hoe de provinciale infrastructuur in stand wordt gehouden op het met de Staten afgesproken kwaliteitsniveau. Dit is voor wegen en vaarwegen B en voor fietspaden A.
Het NIKG past goed binnen onze professionaliseringsslag in het kader van assetmanagement. Voor het uit kunnen voeren van het onderhoud- en beheer zijn beeldkwaliteitsniveaus geïntroduceerd.
Wij toetsen de staat van de infrastructuur aan de doelstellingen en kaders zoals omschreven in de Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen. Daardoor wordt het mogelijk de optimale balans te houden tussen waarde, prestaties, risico’s en kosten bij de instandhouding van de provinciale infrastructuur. Dit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat in sommige gevallen met het uitvoeren van levensduurverlengende (onderhouds)maatregelen vervanging nog enige tijd verantwoord kan worden uitgesteld, terwijl andere onderdelen van de infrastructuur grootschaliger moeten worden aangepakt.
Het spreekt voor zich dat data- en informatiebeheer hierbij steeds belangrijker worden. Ook de jarenlange praktijkervaring van de provincie kan hierbij niet ontbreken. De manier waarop onderhoud aan de provinciale infrastructuur wordt gepland is een dynamische en op de praktijk gebaseerde werkwijze. Hierbij kijken wij naar de totale levensduur van de infrastructuur en hanteren we aanvaarde risico's als uitgangspunt voor benodigd onderhoud. Geldende normen voor de instandhouding van infrastructuur worden door ons in acht genomen. Zo moet bijvoorbeeld gedacht worden aan de algemeen geldende CROW-normen voor wegen en NEN-normen voor bruggen.
De doelstelling is een onderhoudsachterstand van 7 tot 9%, dit wordt algemeen acceptabel geacht en zorgt voor voldoende werkvoorraad. Een lager percentage onderhoudsachterstand aanhouden zal zorgen voor het onnodig uitvoeren van onderhoud waardoor er sprake is van kapitaalvernietiging. Later uitvoeren van onderhoud zal leiden tot relatief hogere kosten voor onderhoud.
Dit alles bij elkaar genomen betekent dat wij niet alleen rekening houden met de theoretische technische levensduur maar ook kijken naar de daadwerkelijke staat van de infrastructuur en het te lopen risico als gevolg van verval. Dit maakt dat er op een zo efficiënt mogelijke wijze omgegaan wordt met de beschikbare middelen. Inherent aan deze werkwijze is dat de voorgenomen onderhoudsplanning gaandeweg zal wijzigen, in lijn met het dynamische karakter zoals hierboven beschreven.