In de nationale Woon- en Bouwagenda zet het Rijk in op het versnellen van de woningbouw en geeft daarin de provincies een belangrijke rol. De grootste aantallen woningen in onze provincie worden in de regio Groningen-Assen gerealiseerd, maar ook de regio's Oost-Groningen en Eemsdelta kennen een woningbouwopgave. Op basis van de woondeal tussen provincie en Rijk werken we aan het realiseren van 28.500 woningen in de provincie Groningen in 2030. De woondeal vormt een bouwsteen voor verschillende ontwikkelperspectieven en afspraken, zoals voor de Regio Groningen-Assen en de Lelylijn, en voor de nieuwe provinciale Omgevingsvisie. Het accent van de woningbouwopgave in onze provincie ligt op de koppeling met de kwalitatieve opgave in de bestaande voorraad. De woningvoorraad in onze provincie vraagt om een kwaliteitssprong en moet beter aansluiten bij veranderende behoeften en huishoudens samenstelling. Er ligt in veel buurten en wijken een herstructureringsopgave waarvoor een deel van de woningbouwopgave benut kan worden. De provincie draagt bij door het inzichtelijk maken van de woningbehoefte, het ondersteunen en monitoren van de woningbouwrealisatie, het doen van verdiepend onderzoek naar vraagstukken die spelen rondom woningbouw en het versnellen daarvan, en het herijken en verrijken van de afspraken. Daarnaast speelt de provincie een rol in de huisvesting van aandachtsgroepen, het toezien op het maken van woonzorgvisies door gemeenten en het maken van afspraken over kwalitatieve aspecten van woningbouw. Volgens het gepubliceerde ontwerpbesluit Versterking regie volkshuisvesting zullen de provinciale taken op het gebied van woningbouw verder worden uitgebreid. We bereiden ons voor op de nieuwe taken die vanuit de Wet versterking regie volkshuisvesting op ons afkomen. Een van de nieuwe verplichtingen is een provinciaal volkshuisvestingsprogramma onder de Omgevingswet. Samen met gemeenten stellen we een provinciaal programma volkshuisvesting op. Het beleidskader daarvoor wordt verankerd in de nieuwe provinciale omgevingsvisie. Met de volkshuisvestingsprogramma’s kunnen wij als provincie, samen met de gemeenten, regie voeren op de volkshuisvesting. Samen met het Rijk en de gemeenten werken we onze drie belangrijkste randvoorwaarden voor de woningbouw uit: de herstructureringsopgave, dekking voor onrendabele investeringen en het organiseren van voldoende ambtelijke capaciteit. Deze drie randvoorwaarden kennen ook een sterke samenhang. De uitwerking moet passen bij de aard en schaal van de volkshuisvestelijke opgave in Groningen.
In 2026 werken we aan:
- De beleidsdoelen voor wonen uitwerken in het provinciaal programma volkshuisvesting, dat is afgestemd op de gemeentelijke volkshuisvestingsprogramma’s. Dit wordt uitgewerkt in:
- Een vastgesteld provinciaal woningbehoefteonderzoek;
- Een vastgestelde gemeentelijke programmering en planlijsten;
- Werken aan de versnelling van woningbouw in Groningen conform een nieuw vastgestelde aanpak;
- Een voorstel uitwerken voor een ‘realisatieteam Groningen’ dat gemeenten ondersteunt bij het daadwerkelijk realiseren van woningbouw passend bij het programma volkshuisvesting (uitvoeringscapaciteit).
- Een actuele rapportage en verantwoording van de woningbouwafspraken opstellen (een monitor voor woningbouwrealisatie en woningbouwplannen), in nauwe samenwerking met de gemeenten.
- Wonen in het buitengebied zoals verwoord in de Omgevingsvisie nader uitwerken in een kwaliteitskader voor verwerking in de Omgevingsverordening.
- Samen met de partners in de regio Groningen-Assen uitvoering geven aan de woonafspraken en aan de afspraken in de NOVEX uitvoerings- en investeringsagenda.
Deltaplan voor Noordelijk Nederland
Voor de woon- en leefkwaliteit in onze provincie is bereikbaarheid via goed openbaar vervoer essentieel. Het Deltaplan voor Noordelijk Nederland , met als doel het versterken van de brede welvaart in de regio, verbindt deze onderwerpen met elkaar. Via het Deltaplan werken Rijk en regio aan de realisatie van de Lelylijn, de Nedersaksenlijn en een verbetering van Bestaand Spoor. Begin 2025 hebben we intensief met het Rijk gesproken over vervolgstappen richting realisatie van deze projecten. Bij de Voorjaarsnota 2025 heeft het kabinet eenzijdig besloten om de Lelylijnreservering te gebruiken voor de Nedersaksenlijn en een aantal andere projecten. Dit besluit is teleurstellend, maar geeft ruimte om voor de Nedersaksenlijn de MIRT-verkenning te starten. Voor de Lelylijn werken we aan het Masterplan Lelylijn, met als doel om zo snel mogelijk de stap naar de MIRT-verkenning te zetten.
In 2026 werken we aan:
- Een MIRT-verkenning van de Nedersaksenlijn. Hierover wordt de startbeslissing in september 2025 genomen. In 2026 wordt voor de Nedersaksenlijn een ruimtelijke gebiedsverkenning Nedersaksenlijn uitgewerkt. Hierin wordt de ruimtelijke impact die de Nedersaksenlijn kan gaan hebben verder uitgewerkt.
- Het afronden van het Masterplan Lelylijn en besluitvorming met het Rijk over het vervolg. De inzet van de regio is om zo snel mogelijk de MIRT-verkenning te starten.