4.1. Mobiliteit
Beleidsdoel Publieke mobiliteit
Een dekkend netwerk van publieke mobiliteit bestaande uit trein, bus en hubtaxi van voldoende kwaliteit en veiligheid
Indicatoren | |||||||
Realisatie | Streefwaarden | ||||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Verplichte indicatoren (BBV) | |||||||
Klantwaardering regionaal openbaar vervoer waarvoor provincie concessie verleent (trein respectievelijk bus) 1) | 7,8 resp. 7,9 | 7,7 resp. 7,9 | 7,5 resp. 7,5 | ||||
Landelijke waarde | 7,7 resp. 7,9 | 7,7 resp. 7,8 | |||||
Eigen indicatoren | |||||||
Reizigersgroei HOV 2) | gelijk aan 2019 | ||||||
Reizigersgroei OV geheel 2) | gelijk aan 2019 | ||||||
- HOV: trein (reizigerskilometers) 3 ) | 138,7 mln. | 148,9 mln. | |||||
- HOV: bus (passagiers) 4 ) | 10,6 mln. | 12,3 mln. | |||||
- Overig OV (GD en KLOV) (passagiers) 4 ) | 10,3 mln. | 11,9 mln. | |||||
Punctualiteit trein en bus: | |||||||
- Percentage treinen dat maximaal binnen 180 seconden (3 minuten) aankomt op de eindbestemming en hoofdstation Groningen | 94,7% | 97,5% | 95% | ||||
- Percentage treinen komt maximaal binnen 300 seconden (5 minuten) aan op de eindbestemming en hoofdstation Groningen | 97,7% | 97,8% | 99% | ||||
- Percentage van de bussen dat te vroeg vertrekt van knooppunten (stations en hubs) | 2,3% | 3,9% | 0% | ||||
- Percentage van de bussen dat maximaal binnen 180 seconden (3 minuten) aankomt op de knooppunten (stations en hubs) | 84,9% | 87,9% | 100% | ||||
Hubs: | |||||||
- Percentage dat voldoet aan de kwaliteit die is opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit | 25% | 45% | 100% | ||||
- Percentage Groninger hubs waarop deelmobiliteit wordt aangeboden | 22% | 22% | 30% | ||||
- Waardering hubs door gebruikers (rapportcijfers) 7 ) | n.v.t. | 6,5 | n.v.t. | 7,0 |
Bovenstaande indicatoren zijn afkomstig uit het Programma Mobiliteit en worden jaarlijks gemeten en gerapporteerd. Voor deze indicatoren zijn in dit programma voor 2025, 2030 en 2035 streefwaarden opgenomen. Deze zijn niet vertaald naar tussenliggende streefwaarden voor de periode 2026 tot en met 2029.
- Bron: OV-klantenbarometer. Normaliter komen in april/mei van het opvolgende jaar de resultaten van het klantenbarometer onderzoek beschikbaar.
- Vanaf 2025 rapporteren we over de reizigersgroei in het HOV en OV in het geheel door de reizigerskilometers van trein en bus bij elkaar op te tellen. In het Programma Mobiliteit staat nog dat we reizigerskilometers trein optellen bij passagiers in de bus. Dit is bij nader inzicht niet een logische werkwijze. Het streven om de waardes zoals in 2019 te behalen, blijft staan. Dit is voor trein 247,5 miljoen km en voor bus HOV 175,32 miljoen km en voor bus in totaal 295,4 miljoen km. In totaal waren de reizigerskilometers HOV in 2019 daarmee 422,82 miljoen km en de reizigerskilometers in het OV als geheel 542,9 miljoen km. Hierbij merken we op dat voor 2019 de uitsplitsing van reizigerskilometers HOV en overig OV in de bus is geëxtrapoleerd op basis van de verhoudingen tussen die twee types OV uit de jaren erna.
- Het streefcijfer van 247,5 miljoen km is inclusief het Friese deel van het traject Groningen-Leeuwarden. In de realisatiewaarden voor 2022 en 2023 is dit deel per abuis niet meegenomen. Vanaf 2024 nemen we dit wel weer mee.
- Naast het rapporteren van de reizigersgroei in het HOV en OV in het geheel door de reizigerskilometers van trein en bus bij elkaar op te tellen (zie punt 2), rapporteren we voor het busvervoer ook over de groei van het aantal passagiers in HOV bus en overig busvervoer.
- De concessie stelt dat de punctualiteitscijfers gecorrigeerd dienen te worden voor vertragingen die niet aan Arriva verwijtbaar zijn. In de hier opgenomen cijfers heeft deze correctie nog niet plaatsgevonden.
- In de zomer van 2025 heeft een grootschalige aanpassing van de dienstregeling plaatsgevonden. De door uw Staten gewenste doorkoppeling van treinverbindingen is gerealiseerd. Dit levert voor de reizigers het voordeel op dat er meer rechtstreeks treindiensten ontstaan waardoor reizigers minder vaak hoeven over te stappen. Tegelijkertijd brengt de doorkoppeling ook risico’s met zich mee. Omdat vertragingen op de ene verbinding kunnen doorwerken naar de andere, en doordat op alle lijnen enkelsporige baanvakken aanwezig zijn, kan het lastiger zijn vertragingen in te lopen. Dit kan gevolgen hebben voor de aankomstpunctualiteit en in sommige gevallen leiden tot het eerder keren van treinen dan gepland. Zeker in de beginperiode vraagt dit om gewenning van ProRail, Arriva én de reiziger.Wij hebben samen met ProRail, Arriva en de provincie Fryslân een werkgroep ingesteld die zowel vooraf, tijdens als na de doorkoppeling nauw met elkaar in overleg is om de eventuele overlast voor de reizigers te minimaliseren. Ook de aansluiting op het Duitse spoornetwerk in Leer, waar de punctualiteit relatief laag is, vormt hierbij een aandachtspunt.De genoemde werkgroep zal gedurende een jaar na de doorkoppeling evalueren wat met maximale inzet van genoemde partijen een realistische nieuwe KPI voor de punctualiteit kan worden.
- De waardering voor de hubs wordt tweejaarlijks uitgevraagd, dat is voor het eerst in 2024 gedaan.
Prestaties |
---|
Prioriteiten
N.v.t.
Regulier
- Inzetten om - na corona - weer meer mensen gebruik te laten maken van het openbaar vervoer. Bij voldoende reizigers zo snel mogelijk met de dienstregeling weer minimaal voldoen aan het Basisnetwerk Publieke Mobiliteit, zoals opgenomen in het Programma Mobiliteit.
- Uitvoeren van exploitatiebeheer voor de trein en aansturen van OV-bureau Groningen-Drenthe om dit voor het busvervoer te doen. Daarbij zorgen we ervoor dat de dienstregelingen zo goed mogelijk op elkaar aansluiten.
- Zetten van vervolgstappen in fase 2 van de doorontwikkeling van de hubs door het bieden van voorzieningen die het gebruik van publieke mobiliteit aantrekkelijk maken. Iedere hub kan een andere invulling krijgen. De upgrade van hubs zal in de periode tot en met 2027 plaatsvinden.
- Samen met de partners onderzoeken wat vanuit reizigersperspectief de beste wijze is waarop publieke mobiliteit georganiseerd kan worden voor in de provincie Groningen..
- Samen met Arriva, ProRail, provincie Fryslân en het Rijk verder voorbereiden van de invoering van ERTMS (European Rail Traffic Management System) op de sporen in Groningen en Fryslân.
- Grote transitie Wonen en Bereikbaarheid: Onder de noemer Deltaplan voor het Noorden met de samenwerkingspartners werken aan de Lelylijn, de Nedersaksenlijn en de verbetering van het bestaande spoor tussen de Randstad en Groningen
- MIRT-verkenning Nedersaksenlijn: Het Rijk initieert de verkenning, in nauwe samenwerking met de provincies Groningen, Drenthe en Overijssel, en met actieve betrokkenheid van alle relevante gemeenten.
- Samen met de regiopartijen coördineren van de ruimtelijke ontwikkeling rond alle (toekomstige) stationslocaties langs de Nedersaksenlijn, volledig afgestemd op de spoorontwikkeling uit de MIRT verkenning Nedersaksenlijn.
- Voor het project Lelylijn samen met het Rijk uitwerken van het masterplan Lelylijn. Onderdeel daarvan is ook het zoeken naar aanvullende financiering, zodat ook voor deze spoorverbinding zo snel mogelijk vervolgstappen gezet kunnen worden.
- Binnen het programma Bestaand Spoor met het Rijk, ProRail en NS verder werken aan de extra maatregelen die nodig zijn voor een derde en vierde intercity tussen Groningen en Zwolle. Dit gaat in ieder geval om een toekomstvaste aanpassing van Meppel en nader onderzoek naar extra maatregelen zoals de overwegveiligheid.
- Het project Veendam-Stadskanaal integreren in de MIRT-verkenning Nedersaksenlijn.
- Afronden van het project Groningen Spoorzone.
- Afronden van Bouwstap 1 van de project Wunderline.
Bijdrage verbonden partij OV-bureau Groningen-Drenthe aan beleidsdoel
- Het OV-bureau, een gemeenschappelijke regeling van de provincies Groningen en Drenthe en de gemeente Groningen, is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer per bus in Groningen en Drenthe. Het OV-bureau Groningen-Drenthe stuurt de vervoerder aan en geeft het openbaar vervoer per bus vorm.
- Invulling geven aan motie M415 Busje komt zo , waarmee de lijnen 45 Spijk-Loppersum, 139 via Enumatil en 637 Zoutkamp-Zuidhorn blijven rijden tot en met de zomer 2026. De aanvullende benodigde bijdrage van € 1,85 miljoen voor 2023 tot en met 2026 (€ 462.500 per jaar) aan het OV-bureau Groningen Drenthe is geregeld bij de Perspectiefnota 2024. Hiermee is deze motie afgehandeld.
Beleidsdoel Actieve mobiliteit
Meer mensen op de fiets, om daarmee bij te dragen aan de bereikbaarheid van onze provincie, aan duurzaamheid en aan de gezondheid van onze inwoners; daarnaast een afname van het aantal (ernstige) ongevallen met betrokkenheid van fietsers
Indicatoren | |||||||
Realisatie | Streefwaarden | ||||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Verplichte indicatoren (BBV) | |||||||
N.v.t. | |||||||
Eigen indicatoren | |||||||
Stijging van het fietsgebruik 1) | 3,04 | n.n.b. | 18% meer t.o.v. 2017 | ||||
Tevredenheid fietsers | n.v.t. | 7,5 | 7,5 | ||||
Aantal slachtoffers onder fietsers terugbrengen naar nul in 2050 | 374 | 396 | 25% | ||||
Tevredenheid van fietsers over het routenetwerk van recreatieve fietsverbindingen in de provincie 3 ) | n.v.t. | 7,9 | n.v.t. | ||||
Waardering van gebruikers voor de fietsvoorzieningen bij OV-punten 2) | n.v.t. | 6,8 | 7,5 | ||||
Waardering van het wandelknoopuntennetwerk | n.v.t. | n.v.t. | 7,9 | ||||
Lengte van het wandelknooppuntennetwerk | 3011 km | 3011 km | 2% | ||||
Knelpunten in openingstijden en bediening van onze vaarwegen verminderen 6 ) | n.v.t. | n.v.t. | geen verslech-tering huidige situatie |
Bovenstaande indicatoren zijn afkomstig uit het Programma Mobiliteit en worden jaarlijks gemeten en gerapporteerd. Voor deze indicatoren zijn in dit programma voor 2025, 2030 en 2035 streefwaarden opgenomen. Deze zijn niet vertaald naar tussenliggende streefwaarden voor de periode 2026 tot en met 2029.
- Deze indicator wordt jaarlijks gemeten en gerapporteerd. Bron is landelijke ODIN-data, uitgedrukt in fietskilometers per persoon per dag. Doelstelling is in lijn met de landelijke doelstelling van Tour de Force: 20% meer fietskilometers in 2027 ten opzichte van 2017.
- Deze indicator wordt tweejaarlijks gemeten en gerapporteerd door middel van een fietsenquête onder inwoners.
- De invulling van deze indicator is gewijzigd ten opzichte van het Programma Mobiliteit; het doel is hetzelfde, maar de manier van meten is aangepast. Oorspronkelijk werd de kwaliteit van het routenetwerk van recreatieve fietsverbindingen gemonitord door middel van een tweejaarlijks onderzoek van het Landelijk Fietsplatform (Kwaliteitsmonitor fietsregio's). Gelet op een gewijzigde onderzoeksmethode in 2022 (met een trendbreuk als gevolg) en onzekerheid over de continuïteit van het onderzoek, wordt vanaf 2024 uitgegaan van het rapportcijfer dat inwoners van onze provincie het fietsknooppuntennetwerk geven. Dit rapportcijfer meten we door middel van de fietsenquête die we als provincie zelf tweejaarlijks uitvoeren.
- Deze indicator wordt vierjaarlijks gemeten en gerapporteerd door het Routebureau Groningen.
- Deze informatie kan jaarlijks worden opgevraagd bij het Routebureau Groningen.
- De vaarwegennota wordt nog vastgesteld, en daarna vindt de uitvoering van beleid plaats. Dit is nog niet gereed in 2025, waardoor er voor 2025 geen streefwaarden opgenomen waren.
Prestaties |
---|
Prioriteiten
N.v.t.
Regulier
- Stimulering: Samen met provincie Drenthe, Regio Groningen-Assen en de gemeente Groningen uitvoering geven aan de uitkomsten van een lopend onderzoek om meer (nog niet) fietsers op onze gezamenlijke doorfietsroutes te krijgen en zo het fietsen in de gezamenlijke regio's een verdere boost te geven;
- Ketenmobiliteit: Stimuleren gemeenten om - net als in 2025 - gebruik te maken van de subsidieregeling Fietsvoorzieningen bij gemeentelijke bushaltes en carpoolplaatsen om het reizen met de fiets in de keten te optimaliseren.
- Netwerk: Verdichten en optimaliseren van het wandelknooppuntennetwerk in de noordelijke schil (voormalig Waddenwandelen) en de gemeenten Stadskanaal en Pekela, in samenwerking met de betreffende gemeenten en het Routebureau Groningen.
- Verkeersveiligheid: Continu doorwerken aan het verbeteren van de verkeersveiligheid in combinatie met groot onderhoud aan wegen en fietspaden, onder andere door de aanpak van fietsoversteken over provinciale wegen.
- Samenwerking: Opstellen van een nieuw communicatieplan voor de Fietscommunity Groningen met de ambitie om acht nieuwe organisaties aan te haken. Hiervoor gaat de communitymanager actief op pad om te werven.
- Monitoring: Afronden van het nieuwe Monitoringsplan Actieve Mobiliteit, waarmee we het gebruik van het netwerk en de effectiviteit van onze fiets- en loopprojecten meten.
Bijdrage verbonden partij aan beleidsdoel
N.v.t.
Beleidsdoel Goederenvervoer en logistiek
In samenwerking met logistieke partners versterken, verslimmen, vergroenen en verduurzamen van logistieke netwerken
Indicatoren | |||||||
Realisatie | Streefwaarden | ||||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Verplichte indicatoren (BBV) | |||||||
N.v.t. | |||||||
Eigen indicatoren | |||||||
Aandeel wegtransport in totaal goederenvervoer | -5% | ||||||
Aandeel beroepsvaart in totaal goederenvervoer | +5% | ||||||
Aandeel spoorvervoer in totaal goederenvervoer | geen afname | ||||||
Zero-emissie goederenstromen over de weg | binnen-stad Gronin-gen zero-emissie | ||||||
Aantal OV-hubs die tevens een belangrijke logistieke functie hebben | 2 | ||||||
Aantal openbare laadlocaties voor goederenvervoer | p.m. |
N.B. Bovenstaande indicatoren worden vijfjaarlijks gemeten en gerapporteerd.
Prestaties |
---|
Prioriteiten
N.v.t.
Regulier
Vanuit de programmalijn 'Netwerken duurzaam op orde brengen':
- Verder uitwerken van de Logistieke netwerkkaart en uitrollen van de netwerkkaart naar minimaal vijf andere provincies.
Vanuit de programmalijn 'Logistiek als smeerolie voor de maatschappij':
- Ondersteunen van 'modal shift' pilots ( de verschuiving naar een andere, duurzamere vorm van transport, zoals van vervoer over de weg naar vervoer over water ) met minimaal twee cases;
- Verbinden van vraag en aanbod in de logistiek door de inzet van een logistieke makelaar;
- Opstellen van een visie en routekaart Goederenvervoercorridor Noordoost-Nederland met de zes noordelijke provincies;
- Uitvoeren van haalbaarheidsonderzoeken naar een publiek toegankelijk logistiek laadplein op bedrijventerrein Roodehaan en bij knooppunt Zuidbroek;
- Opzetten van een subsidieregeling voor haalbaarheidsstudies en voorbereidingskosten voor de aanleg van een dekkend netwerk van Clean Energy Hubs;
- Verlenen van subsidies om de haalbaarheid van logistieke laadpleinen en laadinfrastructuur te onderzoeken;
- Inrichten van extra meetpunten en uitvoeren van de implementatie van de landelijke vrachtwagenheffing.
Vanuit de programmalijn 'Logistiek als katalysator voor werkgelegenheid, kennisontwikkeling en inclusiviteit':
- Opleveren van een factsheet logistiek en goederenvervoer, gekoppeld aan de Staat van Groningen en ons logistieke dashboard;
- Opzetten van een proeftuin innovatieve logistieke projecten in de Noordelijke binnenvaart;
- Verbindingen leggen met het onderwijs (mbo, hbo, universiteit) voor een generieke leergang logistiek, in samenwerking met Hive.Mobility.
Vanuit de programmalijn 'Logistiek in Groningen versterken':
- Actief deelnemen aan het netwerk van onder andere Clean Energy Hub, Walstroom Collectief, Nederlandse Vereniging van Binnenhavens en het Verladersplatform Nederland-Duitsland;
- Afronden deelname aan het Interreg-project InnoWaTr ;
- Trekker zijn van het logistieke platform waarin maatschappelijke organisaties, universiteit en bedrijfsleven kennis uitwisselen over de ontwikkelingen en innovaties binnen logistiek en inzetten op bredere uitrol in Noord-Nederland in samenwerking met provincies Fryslân en Drenthe.
Beleidsdoel Infrastructuur
Een goed functionerend wegennet, vaarwegennet en fietsnetwerk van voldoende kwaliteit, in samenhang met de ruimtelijke en maatschappelijke opgaven
Indicatoren | |||||||
Realisatie | Streefwaarden | ||||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Verplichte indicatoren (BBV) | |||||||
N.v.t. | |||||||
Eigen indicatoren | |||||||
Percentage weglengte kernwegennet (provinciale wegen en fietspaden) dat voldoet aan onze kwaliteitseisen | 15% | ||||||
Percentage lengte kernvaarwegennet dat voldoet aan eisen vaarwegklasse 1) | |||||||
De onderhoudsachterstand van de wegen bedraagt niet meer dan de landelijke norm van 7-9% 2) | 8% | 8% | 7-9% | ||||
CO 2 -neutrale en circulaire infrastructuur 3) | |||||||
Aantal wegvakken/kruispunten op provinciale wegen waar bus vertraging oploopt | 0 | ||||||
Gebruik doorfietsroutes: | +28% | +29% | +20% | ||||
Gebruik regionale hoofdfietsroutes: | +10% |
N.B. Bovenstaande indicatoren worden vijfjaarlijks gemeten en gerapporteerd, tenzij anders aangegeven.
- De vaarwegennota wordt nog vastgesteld, en daarna vindt de uitvoering van beleid plaats. Dit is nog niet gereed in 2025 waardoor er voor 2025 geen streefwaarden kunnen worden opgenomen. Streefwaarde voor 2030 is 30%.
- Deze indicator wordt jaarlijks gemeten en gerapporteerd.
- Zie gedetailleerde uitwerking routekaart groene infrastructuur (Uitvoeringsprogramma Mobiliteit).
- De invulling van deze indicator is gewijzigd ten opzichte van het Programma Mobiliteit; het doel is hetzelfde, maar de manier van meten is aangepast. Voor de doorfietsroutes en regionale hoofdfietsroutes vergelijken we het aantal fietsers in het jaar voordat het eerste begin van de betreffende fietsroute is gerealiseerd met het jaar waarvan de laatste fiets-teldata beschikbaar zijn na realisatie van de fietsroute. Het verschil drukken we per doorfietsroute procentueel uit, waarna we het gemiddelde van deze procentuele toenames als indicator van de toename in het fietsgebruik hanteren. Deze indicator wordt jaarlijks gemeten en verantwoord.
Prestaties |
---|
Prioriteiten
- Inzetten op de volledig verdiepte ligging van de westelijke ringweg.
Regulier
Wegen
- Programma Bereikbaarheid Westflank (vervolg op Ontwikkelagenda Westflank):
- Uitvoeren van de voorbereidende werkzaamheden voor de busstrook N355 (traject Zuidhorn-Reitdiepplein) met als doel de realisatie in 2030;
- Onderzoeken hoe het gebruik van P+R Leek bevorderd kan worden via promotie en communicatie, om zo het autoverkeer richting de stad te verminderen;
- Ring West Verbindt: Voorleggen van een planuitwerkingsbesluit aan Provinciale Staten in het najaar ten behoeve van de reconstructie van de aansluiting Reitdiepplein, het realiseren van een ongelijkvloerse aansluiting ter hoogte van West End en het realiseren van de Reitdieploper. In dit besluit zit ook een toekomstschets van de westelijke ringweg, inclusief een indicatie van het benodigde budget.
- Na de startbeslissing van de minister van IenW starten met de formele MIRT-Verkenning voor de N33-Noord;
- Doorstart maken met de MIRT-planuitwerking voor de N33-Midden, concreet betekent dit het actualiseren van de beschikbare informatie om toe te werken naar een projectbesluit (voorheen: tracébesluit);
- Voorbereidende werkzaamheden uitvoeren voor de aanpassing afrit A7 ter hoogte van knooppunt Knijpsbrug (onder voorbehoud van formele besluitvorming BO MIRT najaar 2025) met als doel uitvoering in 2027;
- Voorbereiden van werkzaamheden aan de N996, rondweg Middelstum, inclusief werkzaamheden aan de Musschengabrug (realisatie is voorzien in 2027);
- Uitvoeren van groot onderhoud aan de N991 Farmsum-Weiwerd - inclusief fietsoversteek;
- Uitvoering groot onderhoud aan de N987 Enumatil-Pasop;
- Uitvoering groot onderhoud aan de boordvoorzieningen langs de N996 Loppersum-Garrelsweer;
- Aanpak van de hoofdrijbaan N361 Mensingeweer-Menneweer inclusief verkeersveiligheidsmaatregelen: aanpassen van kruisingen en realiseren van fietsoversteken en daarnaast uitvoeren aanpak van een aantal kunstwerken (bruggen) aan de N361.
- Aanpak van de hoofdrijbaan en de tunnel Borgercompagnie N963 Veendam - rotonde N385 geïntegreerd met verkeersveiligheidsmaatregelen: snelheid herbezien en onderzoeken snelheidsremmende maatregelen;
- Vervangen van twee geluidsschermen langs de westelijke ringweg (N370).
Fiets
- Doorfietsroute Assen-Groningen: Realiseren gedeelte tussen tunnel P+R Haren en loswal Haren en doorlopen van ruimtelijke procedures voor het tracé Witte Molen - Oosterbroekweg (onder voorbehoud van besluitvorming realisatiebesluit in uw Staten);
- Doorfietsroute Leek-Groningen: Opleveren laatste gedeelte van de doorfietsroute (fietspad langs Leekster Hoofddiep - deelgebied E);
- Doorfietsroute Zuidlaren-Haren(-Groningen): Vaststellen realisatiebesluit door Provinciale Staten;
- Opleveren fietsbrug en vrijliggend fietspad langs N388 in Zoutkamp;
- Doorlopen van de ruimtelijke procedures voor vrijliggend fietspad N865 Wittewierum-Overschild;
- Realiseren en opleveren eerste delen van het vrijliggend fietspad N983;
- Vaststellen realisatiebesluit door Gedeputeerde Staten voor de fietsverbinding Zuidhorn-Leek;
- Uitvoeren van groot onderhoud aan het fietspad Grijpskerk-Visvliet, langs de N355;
- Aanpak van het fietspad N865 Schildwolde, uit te voeren in beton als structurele oplossing voor boomwortelproblematiek.
Vaarwegen
- Uitvoeren classificatieonderzoek en bepalen van het vervolgproces naar de classificatie Winschoterdiep / A.G. Wildervanckkanaal ter voorbereiding op werkzaamheden om te komen tot een toekomstbestendige vaarweg;
- Uitvoeren van een verkenning voor de Aduarderdiepzone om te komen tot een integraal en breed gedragen voorkeursalternatief in het kader van de gebiedsontwikkeling;
- Slopen Eextersluis, sluishoofd West en terugplaatsen damwanden;
- Uitvoeren baggerwerkzaamheden Reitdiep;
- Verder uitwerken van maatregelen en technische oplossingen voor de grondduikers Winschoterdiep en A.G. Wildervanckkanaal om te komen tot verbeterde waterveiligheid en uitvoering voor te bereiden;
- Verder voorbereiden van vervanging van de damwanden aan het Oude Eemskanaal, inclusief verwijderen van de bestaande nostalgische kade;
- Vervolgonderzoek ligplaatsen met walstroom voor binnen- en recreatievaart.
- Opzetten van subsidieregelingen voor private ligplaatsen;
- Onderzoek uitvoeren naar kansen tanken HVO 100 voor waterrecreatie in Groningen;
- Waterrecreatie en varen in Groningen bij breed publiek onder aandacht brengen door gerichte marketing.
- Vaarbewegingen in Groningen in kaart brengen met als doel ontwikkelingen te monitoren;
- Vanuit de regierol waterrecreatie samenwerken met de Groninger gemeenten en de waterschappen aan de uitwerking van de Ontwikkelagenda Waterrecreatie voor een integraal vaarwegbeheer.
Kunstwerken
- Uitvoeren van groot onderhoud aan de Weiwerderbrug: vervangen aandrijving, besturingsinstallatie, civiele aanpassingen en betononderhoud (in combinatie met de N991);
- Uitvoeren van groot onderhoud aan de Sluis Lammerburen;
- Vervangen van het brugdek van de Geert Veenhuizenbrug in Veendam;
- Uitvoeren van groot onderhoud aan de Euvelgunnerbrug in Groningen.
Bijdrage verbonden partij aan beleidsdoel
N.v.t.
Beleidsdoel Slimme en groene mobiliteit
Het verduurzamen en slimmer maken van mobiliteit en infrastructuur
Indicatoren | ||||||||
Realisatie | Streefwaarden | |||||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||
Verplichte indicatoren (BBV) | ||||||||
N.v.t. | ||||||||
Eigen indicatoren | ||||||||
Aandeel zero-emissie voertuigen in de vloot treinen en bussen van onze OV-concessies: | 100% | 100% | 100% | |||||
- Bus 1) | 50% | 158 ZE-bussen | ||||||
- Trein | n.v.t. | bouw | ||||||
Instroom autonome voertuigen in publieke mobiliteit | 100%: | Één pilot | ||||||
Tevredenheid over beschikbaarheid openbare laadinfrastructuur | n.v.t. | minstens een 7,0 | ||||||
Aandeel zero-emissie eigen provinciaal wagenpark | 100%: | 80% van de lichte |
N.B. Bovenstaande indicatoren worden vijfjaarlijks gemeten en gerapporteerd.
- De eerste achtpersoonsbus op waterstof was niet mogelijk binnen de gestelde gewichtsklasse. Daarom is een zespersoonsbus aangeschaft. Met aanschaf van de zero-emissiebussen (ZE) zorgen we ervoor dat eind 2026 95% van de huidige busvloot zero-emissie is.
- In 2025 zijn de eerste waterstoftreinen nog niet gebouwd, omdat uit de aanbesteding hiervoor geen aanbod van één van de treinfabrikanten is gekomen. We verkennen nu verschillende mogelijkheden om toe te werken naar zero-emissietreinen. Ons doel blijft inzet op zero-emissie treinen uiterlijk in de nieuwe concessie van eind 2035.
- In 2025 zijn nog geen treinen voorzien van ATO opgenomen in de dienstregeling omdat de nieuwe treinen die hiervoor geschikt zijn, nog niet beschikbaar waren. Omdat de aanbesteding voor de eerste vier waterstoftreinen gestopt is, kunnen deze ook niet met ATO uitgerust worden. Wel heeft NS getest met ATO op het opstelterrein De Vork .
Prestaties |
---|
Prioriteiten
N.v.t.
Regulier
Duurzame mobiliteit en infrastructuur
- Verdere uitvoering geven aan de concessie voor de plaatsing van (publieke) laadpalen en realisatie van laadinfrastructuur ten behoeve van de sectoren Logistiek, Bouw en Grond- Weg en Waterbouw (GWW) (vanuit de Regionale Agenda Laadinfrastructuur (RAL) en de gemeentelijke laadvisies).
- Uitvoering geven aan het programma Deelmobiliteit Deel’m. Onder andere door het bieden van initiatiefbegeleiding bij inwonersinitiatieven en een werkgeversaanpak om het aantal en het gebruik van deelvoertuigen in de provincie verder te stimuleren.
- Vanuit de samenwerkingsagenda van het RMP (Regionaal Mobiliteitsplan) samen met de gemeenten de uitvoering van het Klimaatakkoord zo goed mogelijk omzetten naar concrete acties op het vlak van mobiliteit en infrastructuur evenals bijbehorende monitoring. Dit doen we primair vanuit het STOMP-principe (STappen Openbaar vervoer, Mobility as a service, Privé-vervoer). Ook speelt energiebesparing een wezenlijke rol én de bijdrage die mobiliteit kan leveren als deeloplossing voor de netcongestieproblematiek.
- Breder toepassen van duurzamere en circulaire materialen voor onze infrastructuur (wegen- en betonbouw, kunstwerken en materieel) op basis van de vastgestelde Routekaart zero emissie mobiliteit en infrastructuur. We helpen ook de gemeenten door inkoopkracht te bundelen en kennis zo goed mogelijk te delen.
- Verduurzamen van het eigen wagenpark van de provincie conform de Routekaart zero-emissie mobiliteit en infrastructuur. De inzet blijft dat al het materieel (voertuigen/vaartuigen en dergelijke) dat vanaf nu wordt aangeschaft emissieloos is, tenzij op overtuigende wijze kan worden onderbouwd waarom hier voorlopig nog een uitzondering voor moet worden gemaakt (emissieloos tenzij...). Alle voertuigen rijden sowieso op HVO (Hydrotreated Vegetable Oil: diesel van plantaardige oliën, en daarnaast regionaal geproduceerd uit afval, restoliën en vetten, zoals afgewerkt frituurvet (geen palmolie)) als ze nog niet zero-emissie zijn.
- Verduurzamen van Publiek Vervoer mede door de beschikbaar gestelde subsidie aan Publiek Vervoer voor de aanschaf van meerdere, eerste zero emissie achtpersoonsbussen. En we zetten vervolgstappen naar zero-emissie voor de laatste nog fossiel aangedreven lange afstandsbussen inclusief een subsidie daarvoor.
- We werken in coördinatie met de landelijke transitie op de diesel spoorlijnen aan de systeemkeuze en een concreet programma voor de transitie van alle dieseltreinen in Groningen naar zero-emissiemateriaal uiterlijk bij de nieuwe concessie eind 2035 en sparen hiervoor door.
- Stimuleren en versnellen van de overstap van de logistieke sector naar zero- emissievervoer van goederen via onder meer de nieuwe Europese wetgeving, (eigen) programma's voor slimme en groene logistiek, zero emissie zones met gemeenten en autonoom varen en vliegen.
Hive.Mobility en Human Capital Agenda
- Bijdragen aan de werkzaamheden van Hive.Mobility conform het jaarplan 2026.
- Starten met de realisatie van de eerste fase van het Hive Mobility Center, grotendeels door hergebruik van bestaande gebouwen van Noorderpoort en een deel nieuwbouw.
- Verdere ontwikkeling van de, samen met gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen, in gang gezette regionale Human Capital Agenda voor Smart Mobility.
Fieldlabs autonoom vervoer
- Uitbreiden van de testen met het ontwikkelen van de autonome techniek in een twaalfmeterbus op het busdepot van Qbuzz naar een volledig autonoom proces van wassen, laden en voorrijden. We verwachten samen met andere regio's, vervoerders, RDW en het Rijk ook deel 2, de eerste testen op een vrijliggende busbaan, te kunnen doen met deze bus. Beide onderdelen zijn ook opgenomen in de Nationale Ontwikkelagenda Automatisch OV en onderdeel van het Interreg-project FLEX .
- Opschalen en breder toepassen van de testen en ontwikkeling in de fieldlabs autonoom vervoer op de weg voor kleinschalig OV overal in de provincie ter verbetering van de bereikbaarheid en leefbaarheid van met name het ommeland en als deel van de oplossing voor de personeelstekorten in het OV.
- Testen om langdurig autonoom buiten het zicht te vliegen op batterijen/waterstof met maatschappelijk nut toepassingen zoals medische pakketten als voorbeeld van zero emissie pakketbezorging. Ook worden de eerste testen met een drone die tot 150 kg kan tillen uitgevoerd.
- Samen met Dronehub Noord-Nederland borgen van een zo goed mogelijke implementatie van de nieuwe EU-wetgeving en regionaal/lokaal beleid voor drones, zowel bij provincies als bij alle gemeenten.
- Met Noorderpoort verder ontwikkelen van de mbo-opleiding 'allround drone-expert' tot een zelfstandige meerjarige opleiding de komende jaren.
- Verder werken aan autonome techniek (ATO) in de treinen in combinatie met ERTMS.
- Verder ontwikkelen van autonoom varen vanuit het fieldlab in de Eemshaven en met o.a. het project voor autonome binnenvaart met Cosun Beet. Verkennen van de mogelijkheden van een autonome veerpont vanuit Delfzijl naar Emden en versterken van de samenwerking met de maritieme opleidingen van onder andere Noorderpoort.
- Waar zinvol versterken van de samenwerking met het European Hyperloop Center.
- Naast de al verkregen subsidies ook in 2026 weer inzetten op nieuwe subsidiemogelijkheden vanuit onder meer Rijk en Europa.
- Organiseren van minimaal één 'event' op het gebied van autonoom vervoer in Noord-Nederland om kennis en ervaringen te delen met andere regio's in Nederland en Europa en onze positie op het gebied van autonoom vervoer uit te dragen.
Bijdrage verbonden partij aan beleidsdoel
N.v.t.
Beleidsdoel Verkeersveiligheid
Het verbeteren van de verkeersveiligheid in de provincie Groningen met als doel in 2050 nul verkeersslachtoffers
Indicatoren | |||||||
Realisatie | Streefwaarden | ||||||
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Verplichte indicatoren (BBV) | |||||||
Eigen indicatoren | |||||||
Minder verkeersslachtoffers t.o.v. 2019 (voorkomen van ongevallen met letsel) 1) | 32 1067 gewon-den 2) | 23 1117 | |||||
Percentage wegen zoveel mogelijk ingericht volgens richtlijnen Duurzaam Veilig 1) | |||||||
Deelname verkeerseducatie-activiteiten programma Gedragsbeïnvloeding/ Verkeerswijzer Groningen 3) | 100.000 perso-nen | ||||||
Vermindering verkeer sovertredingen 1) |
N.B. Bovenstaande indicatoren worden vijfjaarlijks gemeten en gerapporteerd.
- Voor deze indicatoren geldt dat het effect van de maatregelen op langere termijn verwacht wordt. Er kunnen daarom voor de komende jaren geen streefwaarden aangegeven worden. Wel wordt verantwoord wat de voortgang is.
- Het aantal gewonden is een voorlopig cijfer.
- Het streefcijfer voor 2025 is bij de Begroting 2025 verhoogd van 80.000 naar 100.000 deelnemers omdat we meer inzet plegen in middelen en menskracht. Verantwoording over de sub-indicatoren Verkeerseducatie is onder prestaties opgenomen.
Prestaties |
---|
Prioriteiten
- Uitvoeren van maatregelen in het kader van RISM-II (Road Infrastructure Safety Management).
- Onderzoek naar verbeteren van de Oost-West verbinding N996 Winsum-Middelstum.
Regulier
- Faciliteren en cofinancieren van gemeenten bij het realiseren van maatregelen voor openbare onbeveiligde spoorwegovergangen (NABO's);
- Uitvoeren van de maatregelen uit het Werkplan Verkeersveiligheid 2024-2027;
- Uitvoeren van verkeersmaatregelen in combinatie met groot onderhoud. De locaties worden bepaald in combinatie met de planning voor projecten groot onderhoud.
- Meewerken aan het opstellen Handhavingsplan Verkeersveiligheid van de politie;
- Opstellen van een subsidieregeling voor verkeersveiligheidsprojecten voor de gemeenten.
- Ondersteunen van een vervolgonderzoek in landelijk verband naar ongevallen onder fietsers;
- Afhandelen van klachten en meldingen die wij ontvangen over de verkeersveiligheid;
- Voeren van het secretariaat voor het Verkeer- en Vervoerberaad (VVB) Groningen;
- Uitvoeren van de activiteiten uit het Regionaal uitvoeringsplan verkeersveiligheid VVB Groningen voor elke gemeente zoals onderzoek of workshops over wegen binnen de bebouwde kom, risico’s zo effectief mogelijk verkleinen en kennissessies verkeersveiligheid.
Daarnaast voeren wij het VVB Werkplan 2026 uit. Het doel is om in totaal 100.000 mensen te bereiken met als concrete resultaten:
- Verzorgen van verkeerseducatie-activiteiten op basisscholen en vo-scholen vanuit Verkeerswijzer Groningen , zoals lessen over de dode hoek bij vrachtwagens, over omgaan met landbouwverkeer en smartphonegebruik, over veilig uitgaan en drank/drugs in het verkeer:
- 68% van de basisscholen doet mee aan minimaal vier activiteiten;
- 45% van het voortgezet onderwijs doet mee aan minimaal twee activiteiten;
- 15% van het middelbaar beroepsonderwijs doet mee aan een activiteit.
- Keurmerk 'Verkeersactieve school' waarmee een school aantoont structureel aandacht te hebben voor verkeersveiligheid in en om de school:
- 22% van de scholen (die meedoen aan ons programma) hebben (en houden) in 2025 het keurmerk.
- Doel is om in elke gemeente interventies verdeeld over de verschillende thema’s te laten plaatsvinden. Hierbij bereiken we provinciebreed 35.000 mensen per jaar. Daarnaast draaien we nog een aantal pilots waarvan we nog niet kunnen zeggen wat het bereik zou kunnen zijn.
- Vanaf 2025 start een nieuwe periode van uitvoering tot en met 2027. Het is op dit moment nog niet duidelijk hoeveel mensen we met de beschikbare middelen kunnen bereiken. De verwachting is tussen de 10.000-15.000 mensen (5.000 per jaar).
- Uitvoeren van deze aanpak op één of meer wegen.
- Werven nieuwe deelnemers en met twee werkgevers een aanpak opstellen.
- Stimuleren (vrijwillig) gebruik van de fietshelm.
Bijdrage verbonden partij aan beleidsdoel
N.v.t.