Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Incidenteel (I)

Revolverend (R)

Structureel (S)

Waarde

Kans

Impact op benodigd weerstandsvermogen

De provincie Groningen heeft in totaal twintig verbonden partijen, bestaande uit zeven publiekrechtelijke organisaties in de vorm van gemeenschappelijke regelingen en dertien private organisaties (besloten en naamloze vennootschappen, stichtingen en een vereniging). Met betrekking tot een aantal verbonden partijen kunnen risico’s aan de orde zijn die landen in de paragraaf weerstandsvermogen.
Voor de verbonden partijen die jaarlijks een zogenaamde deelnemersbijdrage ontvangen wordt bij de perspectiefnota en/of de begroting bezien of deze bijdragen moeten worden verhoogd. Deze risico’s vallen in de risico's Categorie III.
De verbonden partijen die wel een relatie hebben met risico's Categorie I  (paragraaf weerstandsvermogen) zijn onder andere Investeringsfonds Groningen (IFG), NOM en Groninger Groeifonds. Voor deze verbonden partijen wordt periodiek beoordeeld of de provincie Groningen risico's loopt met een eventuele financiële impact. Dit kan voorkomen als verbonden partijen niet langer aan hun verplichtingen kunnen voldoen, resulterend in afwaarderingen (of niet incasseerbare vorderingen) voor de provincie Groningen of doordat verbonden partijen financiële risico's lopen die zij niet zelfstandig kunnen afdekken.

De provincie Groningen participeert in Investeringsfonds Groningen (IFG). Wanneer aan het eind van de looptijd van het fonds blijkt dat de investeringen van IFG onvoldoende winstgevend en revolverend zijn geweest om enerzijds de management- en beheerkosten van IFG gedurende de gehele looptijd van het fonds te dekken en anderzijds de gedane agiostortingen voor 100% terug te laten vloeien naar de provincie, dient de provincie over voldoende middelen te beschikken om dit op te kunnen vangen.

Ieder halfjaar wordt een inschatting gemaakt van de waarde en kans van het risico. Per 1 januari 2025 is € 34,5 miljoen - van het maximum van € 60,0 miljoen - aan agio gestort aan Investeringsfonds Groningen (IFG). IFG heeft in 2024 een correctie over voorgaande jaren in haar waardering moeten doorvoeren en heeft in 2024 verlies geleden. Dit betekent dat de waarde van de deelneming IFG in onze jaarstukken 2024 met € 7,6 miljoen neerwaarts is bijgesteld. Dit is gebeurd door in deze jaarstukken, ten laste van het resultaat de voorziening IFG met dit bedrag te verhogen.
Voor NOM en Groninger Groeifonds zijn momenteel geen afwaarderingen aan de orde.

Getroffen beheersmaatregelen zijn:

• De provincie Groningen heeft bij Investeringsfonds Groningen een investeringscommissie ingesteld, die de investeringsvoorstellen van de fondsmanager en directie beoordeelt, om de kans op afwaarderingen en eventuele bijstortverplichtingen te verkleinen.  
• Jaarlijks monitort de provincie Groningen de financiële positie (solvabiliteit en liquiditeit) van verbonden partijen door de jaarrekening op te vragen en te bestuderen en neemt actie indien nodig.

De totale impact bedraagt € 5,1 miljoen, bestaande uit een risico met betrekking tot Investeringsfonds Groningen. Ten opzichte van de Jaarstukken 2024 is de impact € 6,9 miljoen lager. Eind 2024 heeft IFG € 34,5 miljoen aan trekkingsrechten, zogenaamde agiostortingen, ontvangen. Voor deze trekkingsrechten is een voorziening gevormd en voorzien wij vooralsnog geen nieuwe risico’s. Derhalve kan het risico c.q. het weerstandsvermogen worden verlaagd met € 6,9 miljoen.