In onderstaande tabel wordt de kwantificering van de risico's alsmede de beschikbare weerstandscapaciteit weergegeven. Onder de tabel wordt dit nader toegelicht.
Later in deze paragraaf, onderdeel 1.6 Inventarisatie risico's Categorie I, worden de individuele risico's gedetailleerd beschreven.
Tabel 2. Reguliere incidentele risico's versus beschikbare weerstandscapaciteit
(x € 1 miljoen) | Jaarstukken | Begroting | Mutatie |
---|---|---|---|
1. Kwantificering risico's | 8,69 | 10,75 | 2,06 |
2. Incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit | 9,54 | 12,21 | 2,67 |
3. Verschil (2 minus 1) | 0,85 | 1,46 | 0,61 |
1. Kwantificering risico's
De reguliere incidentele risico's (minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen) kunnen worden becijferd op € 10,75 miljoen. Per saldo is dit € 2,06 miljoen hoger ten opzichte van de Jaarstukken 2024. De mutaties zijn:
Toename:
- Leningen: € 2,30 miljoen. In 2025 zijn twee nieuwe leningen verstrekt in het kader van publiek belang waarbij risico's van in totaal € 2,56 miljoen zijn onderkend. Van twee leningen is de rente bijgeschreven en wordt daarmee het risico € 0,05 miljoen hoger. Door aflossing van de lening aan Stichting Risk Exchange neemt het risico op deze lening af met € 0,31 miljoen.
- Nieuw risico Cybersecurity: € 0,11 miljoen. Wij hebben een onderzoek laten uitvoeren naar cyberincidenten voor de provincie. Cyberincidenten vormen een risico en het risico is becijferd op € 0,11 miljoen. Wij hebben uw Staten hierover geïnformeerd in de Statencommissie van 18 juni 2025 (Brief onderzoek kwantificering van het cyberrisico ).
Afname:
- Afvalbedrijven: € 0,28 miljoen. OGD rapporteert periodiek over de opslag van afvalstoffen bij afvalinzamelaars en afval be-/verwerkers in de provincie. Het risico voor de provincie is afhankelijk van enerzijds de hoeveelheid afval en anderzijds de kosten van het eventueel opruimen van dit afval in het geval van een faillissement. Uit de meest recente ODG-rapportage blijkt dat de kosten voor het verwerken van afval licht zijn gedaald.
- Claims: € 0,06 miljoen. Door procesverloop, waarbij de provincie in het gelijk is gesteld is de kans verlaagd dat één van de claims daadwerkelijk tot uitbetaling leidt gedaald.
Een nu nog niet te kwantificeren risico betreft de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA).
De Wet DBA heeft als doel het voorkomen van 'schijnzelfstandigheid'. Sinds de invoering van de wet is er veel onduidelijkheid over de toepassing van de wet en tot 2025 gold het handhavingsmoratorium, waarin de Belastingdienst geen boetes en naheffingen oplegde.
Daar waar sprake is van een arbeidsrelatie dient een werkgever de medewerker in loondienst aan te stellen, met alle bijbehorende verplichtingen zoals het afdragen van sociale premies en premies voor pensioenrechten. De provincie Groningen voldoet hieraan.
De provincie Groningen huurt ook tijdelijk personeel in via een broker. In 2025 zijn afspraken gemaakt over alle inhuur via de broker en is getoetst of de bestaande inhuur voldoet aan de Wet DBA. Voor nieuwe inhuur loopt de provincie geen risico. Er is echter een beperkt deel van de bestaande inhuurcontracten waarvan het niet direct duidelijk is en waarbij dus interpretatie mogelijk is, of wordt voldaan aan de Wet DBA. In het belang van de continuïteit van de werkzaamheden worden deze contracten niet direct beëindigd. Het gaat om een afgebakende en in aantal afnemende groep. De kans bestaat dat bij controle de Belastingdienst anders oordeelt over de zelfstandigheid dan de provincie en dus dat er een naheffing en boete kan worden opgelegd.
Vanwege de afbakening en vanwege de mogelijke interpretatie, nemen wij dit risico nu alleen kwalitatief op.
2. Incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit
Binnen de Algemene reserve is als incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit een bedrag van € 12,21 miljoen gereserveerd ter dekking van de risico's. Ten opzichte van de Jaarstukken 2024 is dit gestegen met € 2,67 miljoen. Bij het aangaan van de twee nieuwe leningen met risico's (€ 2,56 miljoen) en bij het nieuwe cyberrisico (€ 0,11 miljoen) hebben wij uw Staten voorgesteld binnen de Algemene Reserve het risico af te dekken.
Van de beschikbare weerstandscapaciteit ad € 12,21 miljoen is € 10,21 miljoen gelabeld in de Algemene reserve van de provincie. Voor € 2,0 miljoen is het risico op de lening aan SHINE Europe en BioBTX ondergebracht bij NOM.
3. Verschil
Het verschil tussen de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit en het minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen bedraagt € 1,46 miljoen.
In de Kadernota Risicomanagement provincie Groningen is vastgelegd dat, indien uit de beoordeling van het weerstandsvermogen blijkt dat de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit minder bedraagt dan het benodigde weerstandsvermogen op basis van de risico-inventarisatie, aanvulling plaatsvindt indien de afwijking groter is dan 10%.
Gezien de fluctuaties in met name de risico’s Afvalbedrijven en Claims en het feit dat het risico wet DBA niet is gekwantificeerd, stellen we voor dit overschot niet te laten vrijvallen.