Investeringsfonds Groningen (IFG)
Kwantificering van het risico op € 5,1 miljoen
IFG kan middels trekkingsverzoeken nog € 25,5 miljoen opvragen. Rekening houdend met een risicopercentage van 20% bedraagt het risico € 5,1 miljoen.
Algemene reserve (incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit)
Vanuit de middelen Provinciale meefinanciering is € 12 miljoen toegevoegd aan de Algemene reserve (20% van € 60 miljoen). Daarnaast is op basis van extern onderzoek naar risico Weerstandsvermogen nog eens € 0,2 miljoen toegevoegd. In totaal was dus € 12,2 miljoen beschikbaar.
In het verleden is op basis van informatie van IFG ten onrechte een bedrag van € 0,88 miljoen onttrokken en teruggestort in de reserve Provinciale Meefinanciering. Bij de Begroting 2026 wordt dit gecorrigeerd.
Na deze correctie resteert € 4,4 miljoen aan beschikbare weerstandscapaciteit (€ 12,2 miljoen minus gevormde voorziening van € 7,8 miljoen ter dekking waardevermindering deelneming IFG).
Het verschil tussen het gekwantificeerd risico van € 5,1 miljoen en de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit van € 4,4 miljoen bedraagt € 0,7 miljoen. Wij vinden het verdedigbaar om vooralsnog de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit (Algemene reserve) niet aan te vullen met € 0,7 miljoen. IFG heeft op ons verzoek een prognose van het verwachte resultaat voor de periode 2025-2030 opgesteld, waaruit blijkt dat € 4,4 miljoen voldoende is om de toekomstige resultaten van IFG op te kunnen vangen. Daarnaast hebben wij met IFG afgesproken vanaf nu jaarlijks de prognose te actualiseren én te confronteren met ons het incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit. Hiermee beschikken wij over een adequaat monitoringsinstrument voor het risico IFG.
Onderstaande tabel geeft de mutaties weer in de risico's revolverende fondsen en de beschikbare weerstandscapaciteit ten opzichte van de Jaarstukken 2024.
Tabel 3. Risico's revolverende fondsen versus beschikbare weerstandscapaciteit
(x € 1 miljoen) | Jaarstukken | Begroting | Mutatie |
---|---|---|---|
1. Kwantificering risico's | 16,22 | 10,19 | -6,03 |
2. Beschikbare weerstandscapaciteit | 16,22 | 9,51 | -6,71 |
3. Verschil (2 minus 1) | 0,00 | -0,69 | -0,69 |
1. Kwantificering risico's
De risico's revolverende fondsen (minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen) kunnen worden becijferd op € 10,19 miljoen. Ten opzichte van de Jaarstukken is dit met € 6,03 miljoen afgenomen. Eind 2024 heeft het IFG € 34,5 miljoen aan trekkingsrechten, zogenaamde agiostortingen ontvangen. Het hierbij behorende weerstandsvermogen van 20% van € 6,9 miljoen is voorzien en daarmee kan het benodigde weerstandsvermogen met eenzelfde bedrag afnemen.
In 2023 tenslotte heeft IFG € 4,4 miljoen aan getrokken agioreserve terugbetaald. Hierdoor werd het benodigde weerstandsvermogen met € 0,88 miljoen (20% van € 4,4 miljoen) naar beneden bijgesteld. Bij de Begroting 2026 stellen we voor deze verlaging terug te draaien uit voorzorg.
2. Beschikbare weerstandscapaciteit
De incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit binnen de Algemene reserve bedraagt bij de Begroting 2026 € 9,5 miljoen. Dit is € 6,71 miljoen lager dan bij de Jaarstukken 2024. Dit wordt veroorzaakt doordat bij de Jaarstukken 2024 de voorziening IFG is opgehoogd met € 7,6 miljoen naar € 7,8 miljoen ten laste van de beschikbare weerstandscapaciteit. Uit voorzorg in afwachting van de evaluatie stellen we voor de beschikbare weerstandscapaciteit met € 0,88 miljoen te verhogen ten laste van de reserve Provinciale Meefinanciering.
3. Verschil
Bij de Begroting 2026 is er een verschil tussen de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit en het minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen van € -0,69 miljoen. Het benodigde weerstandsvermogen is afgenomen met € 6,03 miljoen terwijl de beschikbare weerstandscapaciteit is gedaald met € 6,71 miljoen, zoals hierboven toegelicht bij de kwantificering van de risico's en de beschikbare weerstandscapaciteit. Uit de in 2025 opgestarte evaluatie moet blijken of de resterende weerstandscapaciteit van IFG voldoende is.